Dino Saluzzi was nog maar zeven jaar oud toen zijn vader, de componist en multi-instrumentalist Cayetano Saluzzi, hem op verschillende instrumenten leerde spelen. De bandoneon werd al snel favoriet en op zijn veertiende beheerste hij het instrument al voldoende om zijn eigen band, Trio Carnaval, te leiden. Min of meer in de schaduw van Ástor Piazzolla werkte hij aan een oeuvre dat minstens even indrukwekkend is als dat van die andere Argentijnse grootmeester. Saluzzi hield zich verre van Piazzolla's 'tango nuevo' en benadrukt in interviews steeds weer dat hij geen intellectuele kunstmuziek maakt, maar muziek die een zo breed mogelijk scala aan emoties probeert te bestrijken. Het blijft bij Saluzzi echter niet bij proberen: zijn muziek ís 100 procent emotie. Zijn concert op North Sea Jazz 2008 staat in het teken van zijn voorlaatste album Juan Condori (2006). Condori was Saluzzi's jeugdvriend, een man aan wie de bandeonist bijna magische kwaliteiten toekent. Die kwaliteit is terug te horen in de muziek, een complexe, maar altijd toegankelijk klinkende mix van tango, jazz en volksmuziek.