Chris Botti kennen we allemaal als de kroonprins van Chet Baker. Slechts weinigen van ons weten dat Botti ooit een succesvolle carrière had als studiomuzikant in de popwereld. De trompettist is bijvoorbeeld te horen op platen van Bob Dylan en Aretha Franklin. Aan het begin van de jaren negentig trad hij toe tot de band van Paul Simon, een verblijf dat vijf jaar zou duren. In 1995 verscheen zijn eerste solo-album, een poppy plaat met scherpe art-rock kantjes. Sting en Michael Bublé nodigden hem uit als gastsolist tijdens hun tournees en nu in 2006 kan Botti eindelijk iets voor hen terugdoen. Op zijn prestigieuze nieuwe album To Love Again ruimde Botti een vocaal plaatsje in voor zijn voormalige beschermheren. Het feit dat ook o.a. Jill Scott, Gladys Knight en Billy Childs op dit album zijn te horen, zegt genoeg over de plaats die Botti inneemt in de huidige jazzwereld.