Hoewel zijn moeder liever had gezien dat hij professor werd, was het onvermijdelijk dat Senegalees Alune Wade de muziek in ging. Zijn vader was bandleider van een orkest in Dakar en op zijn zeventiende kreeg hij eindelijk een plekje in die band. Alune bleek een speciaal talent voor de bas te hebben en heeft bovendien een innemende zangstem. Een jaar later ging hij al de wereld over met Ismaël Lô, een ster in zijn thuisland. Sindsdien speelde hij onder anderen met Salif Keita, Gregory Porter, Oumou Sangaré en Joe Zawinul en vroeg collega-bassist Marcus Miller hem om mee te spelen op diens album Afrodeezia. Op zijn eigen nieuwste album Sultan, dat werd opgenomen in Tunis, Parijs, New York en Senegal, geeft Wade blijk van zijn brede oriëntatie en reislust. Muzikaal verbindt hij het Midden-Oosten met West-Afrikaanse afrobeat, Arabisch/Andalusische ritmes en Amerikaanse jazz.