Aruán Ortiz’ jongste album Hidden Voices biedt voor elk wat wils, maar is tegelijkertijd compromisloos. Voor elk wat wils omdat er zowel invloeden van Ornette Coleman, Thelonious Monk, klassiek, avant-garde en zijn Cubaanse jeugd in doorklinken; compromisloos omdat hij zich al die geluiden eigen maakt en tot een nieuw, dynamisch geheel smeedt. In Ortiz’ werk botsen verschillende werelden en dat is niet zo vreemd; opgegroeid in Santiago de Cuba woont de pianist/violist/componist sinds 2008 in de New Yorkse wijk Brooklyn, op de stoep van de stad waar zoveel jazzlegendes werden geboren. Ortiz (1973) werd door DownBeat Magazine al omschreven als ‘een van de veelzijdigste en spannendste pianisten van zijn generatie’, en zijn prijzenkast is zich snel aan het vullen. Live experimenteert en improviseert hij graag met zijn supertrio, om zo zijn grenzen nog verder te verleggen. Zelf ziet hij het graag als een cirkel; zonder begin en zonder einde.