We worden al moe als we naar de agenda van Steven Wilson kijken. Nog maar net bekomen van zijn derde solorelease, Hand. Cannot. Erase. (2015), was daar in januari alweer opvolger 4½ (een tussendoortje op weg naar zijn vijfde album, vandaar de titel). Naast een solocarrière leidt de Britse multi-instrumentalist tussendoor de bands Porcupine Tree en No-Man, en is hij zeer actief als producer/componist/sessiemuzikant voor onder meer Opeth, Marillion en Dream Theater. Al die noeste arbeid betaalt zich steeds meer terug. Was hij aanvankelijk een cultheld in progrock-kringen met zijn ambitieuze, dromerige composities die zwaar leunen op Pink Floyd, Van Der Graaf Generator en Yes, Wilson is inmiddels doorgedrongen tot de mainstream. Hij werd viermaal genomineerd voor een Grammy Award, stond vorig jaar twee avonden in de Royal Albert Hall, en Hand. Cannot. Erase. scoorde hoog in de internationale albumlijsten, waarbij vooral de knappe tweede plek in Nederland opviel.