Bennie Wallace begon op klarinet, maar verruilde die na een paar jaar voor het zwaardere geluid van de tenorsax. Ook een andere essentiële keuze maakte Wallace tot wie hij nu is: zijn verhuizing van Tennessee naar New York. Daar deed hij podiumervaring op in de groepen van Monty Alexander en Sheila Jordan. In de jaren zeventig vormde hij zijn eigen groep, zoekend naar zijn eigen geluid. Dat vond hij, getuige zijn albums voor Blue Note in de jaren tachtig (zoals Twilight Time en Bordertown). In zijn soort zuidelijke jazzstijl is de blues nooit ver weg. Niet zo gek, want musici als Stevie Ray Vaughan en Dr. John speelden ook mee op die platen. Wallace ontwikkelde zich als filmcomponist (White Men Can't Jump) en werkte met orkesten. Jazzmagazine DownBeat beschreef hem als 'een modernist die het verleden begreep'. Niet alleen is hij beïnvloed door Eric Dolphy, John Coltrane en Ben Webster, maar ook door de vroegere saxofoonreus Coleman Hawkins. In 2004 bracht Wallace, ter ere van Hawkins 100e verjaardag, het speciale project Disorder at the Border, gebaseerd op Hawkins' muziek. In 2007 werd het uitgebracht op cd, nu is het project opnieuw te zien en te horen op North Sea Jazz. Met een mooie bezetting: Ray Anderson op trombone, Jesse Davis op alt sax en Willie Jones III op drums.