Zangeres Irma Thomas werd door de autoriteiten van haar geboortestad officieel gekroond tot Soul Queen of New Orleans. De doorleefdheid en de geloofwaardigheid van haar manier van zingen is geen toeval: zij kreeg haar eerste kind op veertienjarige leeftijd, trouwde, kreeg nog een kind en ging kort daarop scheiden. Een tweede huwelijk, waarin zij nog twee kinderen kreeg, liep nog voor haar twintigste óók op de klippen. Toen deze moeder met vier kinderen songs over het leven ging zingen, wist zij dus als geen ander waarover zij het had. In de Pimlico Club, waar zij werkte als serveerster en ook af en toe zong, werd zij ontdekt door bandleider Tommy Ridgley, die een platencontract voor haar wist te regelen. Haar eerste single, You Can Have My Husband (But Don’t Mess with My Man), werd een bescheiden hit in de R&B Chart. Van 1961 tot en met 1963 nam zij voor het Minit-label een aantal uitstekende singles op die alle werden geschreven en geproduceerd door Allen Toussaint. Eén van die opnamen, de song It’s Raining, werd door Jim Jarmusch aan de vergetelheid ontrukt in zijn film Down by Law. Mede daardoor mocht Thomas zich verheugen in een hernieuwde belangstelling voor haar werk en bevestigde zij de afgelopen jaren dat zij de titel Soul Queen of New Orleans nog steeds verdient. Onlangs verscheen haar nieuwe cd After The Rain, opgenomen enkele maanden na orkaan Katrina, die al haar bezittingen vernield had, waaronder haar eigen club The Lion’s Den.