Begin jaren vijftig raakte altsaxofonist Piet Noordijk vooral door zijn idool Charlie Parker verslingerd aan de saxofoon. Hij heeft dan het Rotterdams Conservatorium cum laude afgerond voor klarinet en zichzelf als autodidact de saxofoon leren bespelen. Vanaf het begin stond zijn loopbaan in teken van de jazz, met broer Cees Noordijk en zijn eigen groep treedt hij op in diverse nachtclubs. In de periode ‘64-‘76 speelde hij in het Misha Mengelberg-Piet Noordijk Quartet. Noordijk heeft altijd open gestaan voor vele stijlen, van bop tot avant-garde. Zijn bekendheid groeit als solist bij fameuze groepen als The Skymasters en The Ramblers en later kan ook het Metropole Orkest jaren rekenen op zijn bevlogen spel. Onder zijn laatste cd’s bevindt zich Pete’s Groove, een album met zijn kwintet. Daarop speelt hij goed in het gehoor liggende stukken, zoals Willow Weep For Me, In A Mellow Tone, The Second Time Around en de The Man I Love met musici, van wie er maar liefst drie een Bird Award in ontvangst mochten nemen: drummer John Engels, hammond-organist Jack van Poll, bassist Frans van Geest en gitarist Martijn van Iterson.