De bijna zeventigjarige pianist Eddie Palmieri maakte in de tweede helft van de jaren vijftig voor het eerst naam in de band van Tito Rodriguez. Met zijn speelstijl, die het midden houdt tussen die van Herbie Hancock, Thelonious Monk en McCoy Tyner, wist hij de aandacht te trekken van de hele latin jazz-scene. In 1961 richtte hij zijn eigen band op, het invloedrijke ensemble La Perfecta. De blazerssectie, die bestond uit een dwarsfluit en twee of zelf drie trombones, trok de aandacht van bekende Amerikaanse musici als Herbie Mann. In die periode werkte Palmieri ook succesvol samen met de Amerikaanse vibrafonist Cal Tjader. Wegens financiële problemen moest Palmieri La Perfecta opheffen. Hij was ondertussen begonnen met een studie arrangeren en begon in de jaren die volgden jazz, pop, r&b en latin met elkaar te verweven. In 2002 richtte hij La Perfecta II op en nam hij op het Concord-label nog een paar mooie albums op. Op North Sea Jazz wordt hij terzijde gestaan door onder andere Brian Lynch (trompet), Conrad Herwig (trombone), Horacio ‘El Negro’ Hernandez (drums) en Giovanni Hidalgo (conga’s). Palmieri werd in mei van dit jaar onderscheiden met de Concertgebouw Jazz Award 2006.