In 1980 was er ineens een 13-jarig gitarist die alle 'licks' en liedjes van Django Reinhardt helemaal in zijn vingers had. Zijn naam, Biréli Lagrène, ging de hele wereld over en de jongen werd op ieder podium ontvangen als een wereldwonder. Lagrène, net als Reinhardt afkomstig uit een zigeunerfamilie, speelt al vanaf zijn vierde. Na zijn doorbraak maakte hij een paar platen in de Reinhardt-stijl, maar na verloop van tijd sloeg hij bewust een andere weg in. Hij koos voor keiharde, rockachtige fusion en nam in 1986 een album op met bassist Jaco Pastorius. In die jaren die volgden specialiseerde hij zich meer in het spelen van standards in de hardbop traditie. Met zijn laatste album Gipsy Project (2001) keerde hij terug naar zijn roots en werkte daar met vele grootheden van het circuit.