Stanley Clarke is briljant op zowel de akoestische als elektrische bas. Hoewel hij naast de jazz zich ook in veel andere muziekkringen (r&b, pop en klassiek) heeft bewogen, heeft Clarke toch kans gezien met de beste jazzlegendes op aarde te spelen. Zo trad hij als broekie al op met de bands van Gil Evans, Mel Lewis, Horace Silver, Stan Getz, Dexter Gordon en ga zo maar door. Zijn naam werd groot toen hij in Chick Corea’s Return to Forever terecht kwam, waar zijn basgeluid een belangrijke motor was in het rockgeoriënteerde fusion kwartet. Vanaf midden jaren zeventig funkte hij bij George Duke in de band, met wie hij diverse succesplaten maakte. Clarke is een complete musicus, die naast zijn gloedvolle optredens ook veelvuldig componeert. Een grote hobby is het schrijven en later uitvoeren van grote orkestrale werken voor televisieprogramma’s en bioscoopfilms (Boys N the Hood, What’s Love Got to Do With It en Romeo Must Die).