Barry Harris, de pianist en componist, die voor het eerst van zich deed spreken in de jaren vijftig in New York, reist de hele wereld af om masterclasses, workshops èn concerten te geven. De man, die met de grote beboplegendes als Coleman Hawkins en Sonny Stitt werkte, was onlangs weer te gast in Den Haag om voor zijn dertiende achtereenvolgende jaar masterclasses te geven op het Koninklijk Conservatorium. Aan de Haagsche Courant vertelde hij toen waarom hij de bebopmuziek zo zuiver mogelijk tracht te houden. “Bebop is voor mij de enige manier om jazz te maken. Bebop betekent het hoogtepunt in de jazzmuziek. Je moet die basis gehad hebben, en je mag Coleman Hawkins en al die groten daarbij niet vergeten. Charlie Parker veranderde het ritme van de muziek, niet zozeer de noten. Dat ritme dat is belangrijk, anders klinken we straks allemaal als rock 'n roll. We moeten de muziek vasthouden en zo lang mogelijk laten klinken zoals het hoort.” Barry Harris speelt op het festival met John Webber (bas) en Joe Farnsworth (drums).