Met Marcus Miller mee op tournee; bloed, zweet en tranen, de vonken die over weer vliegen en een indrukwekkende all-star bezetting (met o.a. trompettist Michael 'Patches' Stewart en gitarist Dean Brown). Luisteren naar de Ozell-tapes, de officiële bootleg - 'niet zo maar een verscholen microfoon in de zaal', zoals Miller zelf zegt, maar 'direct van de mix-tafel', geeft een goed beeld hoe het er live aan toe gaat. Het is vooral de drive van de band, met als belangrijkste factor natuurlijk de onvermoeibaar ronkende basmotor van Miller, die blijft boeien. De in New York geboren funky multi-instrumentalist, producent en labeleigenaar Marcus Miller vindt als vanouds de balans in een afwisseling van funk, jazzrock en r&b. Een twee jaar durende tournee met de band van Miles Davis in 1981 was zijn grote doorbraak. Vijf jaar later zou hij tekenen voor de volledige productie van belangwekkende Davis' platen als Tutu, waarvoor hij ook veel van de composities schreef. Miller vestigde naam en kon zijn briljante muzikale ideeën delen met artiesten als David Sanborn, Luther Vandross, Al Jarreau en Chaka Khan. Met drie eigen instrumentale platen op een rij en een langlopende tournee achter de rug richtte de muzikant zich de laatste jaren meer op het componeren van filmmuziek (o.a. Boomerang, School Daze en House Party). Ook stelde hij een tentoonstelling samen over funkmuziek voor Paul Allen's Experience Music Project in een museum in Seattle. Zijn laatste studiocd M2 won een Grammy voor 'Best Contemporary Jazz Album'.