Tenor-saxofonist Joe Lovano heeft zijn Italiaanse afkomst nooit verloochend. Vorig jaar maakte hij een eerbetoon aan de operazanger Enrico Caruso - een salute van tenor naar tenor. Op die cd, Viva Caruso genaamd, toont Lovano zich heer en meester van de kruisbestuiving. Het getuigt van lef om te improviseren op lang en breed bekende opera-aria's. Maar ook de wat platvloersere stukken als O Sole Mio en Santa Lucia kan Lovano naar een hoger plan tillen. Lovano's aanpak is knap gevarieerd - sfeervol, dramatisch en hier en daar theatraal. Lekker is het samenspel met accordeonist Gil Goldstein en drummer Joey Baron. Lovano begon zijn muzikale loopbaan in de groep van organist Lonnie Smith. Die haalde hem naar New York en bracht hem in contact met Jack McDuff en Woody Herman, met wie de saxofonist drie jaar op tournee ging. Vervolgens kwam hij bij het Mel Lewis orkest waarmee hij een zestal albums opnam. Zijn werk in het kwartet van gitarist John Scofield, met wie hij een paar jaar toerde en een aantal platen opnam, betekende zijn echte internationale doorbraak. Zijn debuut als solo-artiest kwam in 1991 uit bij Blue Note. Sindsdien heeft de saxofonist, waarover Scofield zegt dat ]zijn gevoel voor swing en toon hem doet denken aan die oudere gasten, op een positieve manier’, veel platen afgeleverd. Lovano beheerst alle moderne jazzstijlen en wordt thans beschouwd als één van de belangrijkste tenorsaxofonisten van deze tijd.