De in Chicago geboren tenor-saxofonist en fluitist Chris Potter steekt zijn bewondering voor de grondleggers van de bebop niet onder stoelen of banken. Zijn laatste cd, die heel toepasselijk Gratitude heet, is met recht een eerbetoon aan saxofoongiganten als John Coltrane, Lester Young, Charlie Parker en Ornette Coleman; allen musici die Potter geïnspireerd hebben. Dat is misschien niet zo verbazingwekkend voor een jazzsaxfonist, maar de wijze waarop hij dit deed tekent wel zijn bevlogenheid. Want bij elk nummer dat hij componeerde bedacht Potter op welke manier hij een bepaalde jazzsaxofonist bewonderde en juist dat probeerde hij weer te geven in klank en toon. Neem The Source, een blues voor John Coltrane. “Ik dacht eraan hoe Trane altijd een soort energie-reservoir wist te bereiken dat hem in staat stelde urenlang door te spelen”, zegt Potter. “Ik wou alleen dat ik hem dat eens live had zien doen.” Zelf heeft de dertiger ook al een behoorlijk curriculum vitae opgebouwd door te werken met Dave Douglas, Steely Dan en Dave Holland en niet te vergeten als leider van zijn eigen band (Kevin Hays op piano, Scott Colley op bas, Clarence Penn op drums). Intussen is Potter goed voor zeven platen.